Louter Avant-Garde Jazz Op Vierde Jazz Marathon In Groningen Mei 1977
Dit programma biedt een terugblik op de Jazz Marathon van 1977, met als plaats van handeling: Cultuurcentrum de Oosterpoort in Groningen.
De Jazz Marathons van 1974, ’75 en ’76 zijn in The Jazz Connection al aan de orde geweest, daarom is het nu tijd voor de Jazz Marathon van 1977. Later dit jaar zal The Jazz Connection nog ruimte bieden aan de Marathons van ’78, ’79 en ’80.
De organisatoren van de vierde Marathon hebben een paar ingrijpende veranderingen in de opzet aangebracht.
Ten eerste: het festival duurt voor het eerst drie dagen; de vrijdag is nog steeds een soort stroeve warmloopavond, de eigenlijke Marathon begint op zaterdag, maar daar is nu de eerste Pinksterdag, zondag 29 mei 1977, als een soort uitloop-exercitie, bijgekomen.
Ten tweede: de programmeurs hebben de moed gehad om alleen maar beoefenaars van avant-garde jazz te programmeren, al kun je het David Friedman kwartet, met zijn vlees-noch-vis welluidendheid, moeilijk een avant-garde groep noemen.
Ten derde: het aandeel van de Nederlandse avant-gardisten in het programma is uitermate karig: het is alleen het Willem Breuker Kollektief vergund de vaderlandse driekleur hoog te houden.
Ten vierde: de optredens zullen zich uitsluitend afspelen in de kleine zaal van De Oosterpoort, die met gemak zo’n duizend festivalbezoekers per dag bleek aan te kunnen. Bovendien heeft deze zaal veel minder nagalm dan de voor symfonische muziek bedoelde grote zaal, waardoor het voor de geluidstechnici veel makkelijker is om in de kleine zaal een hoogwaardig versterkt geluid tot stand te brengen.
“Nooit Eerder Werd In Nederland Zo’n Actueel Jazzfestival Georganiseerd” (Rudy Koopmans in de Volkskrant)
Ik kan u geen concretere indruk geven van het radicale karakter van die vierde Marathon dan door alle namen per dag even met u langs te lopen:
*vrijdag 27 mei (de traditionele warmloopavond):
Fred van Hove (piano)
Sam Rivers (tenorsax) + Dave Holland (bas)
*zaterdag 28 mei:
Charles Tyler Quartet: Earl Cross (trompet), Charles Tyler (altsax), Ronnie Boykins (bas), Steve Reid (drums)
David Friedman Quartet: David Friedman en Dave Samuels (vibrafoon en marimba), Harvie Swartz (bas), Mike DiPasqua (drums)
Richard Abrams Quartet: George Lewis (trombone), Richard Abrams (piano), Mark Helias (bas), Bobo Shaw (drums)
Art Ensemble of Chicago: Lester Bowie (trompet), Roscoe Mitchell en Joseph Jarman (saxofoons, plus nog een hele waslijst andere instrumenten), Malachi Favors (bas), Don Moyé (drums)
Willem Breuker Kollektief (foto): Boy Raaymakers (trompet), Willem van Manen, Bernard Hunnekink (trombone), Jan Wolff (hoorn), Willem Breuker, Bob Driessen, Maarten van Norden, John Fischer (saxofoon), Arjen Gorter (bas), Rob Verdurmen (drums)
*zondag 29 mei, Eerste Pinksterdag:
Cecil Taylor Quintet: Ralph Malik (trompet), Jimmy Lyons (altsax), David Ware (tenorsax), Cecil Taylor (piano), Beaver Harris (drums)
Yosuke Yamashita Trio: Akira Sakata (altsax en basklarinet), Yosuke Yamashita (piano), Shota Kayama (slagwerk)
Dollar Brand (piano) Voor de goede orde: deze Zuid-Afrikaanse pianist zou later gaan opereren onder de naam Abdullah Ibrahim
Oliver Lake Quartet: Oliver Lake (altsax), Michael Gregory Jackson (gitaar), Fred Hopkins (bas), Paul Maddox (drums)
New York Saxophone Quartet: Oliver Lake, Julius Hemphill (altsax), David Murray (tenorsax en basklarinet), Hamiet Bluiett (baritonsaxofoon)
De vele regionale en nationale dagbladen die Nederland toen nog kende zaten zich al bij voorbaat te verkneukelen bij het vooruitzicht van zo’n stortvloed aan jonge, vaak nauwelijks bekende muzikanten die Cultuurcentrum de Oosterpoort drie dagen zou laten delen in de concepten die op dat moment vooral op de zolders van New Yorkse pakhuizen waren ontwikkeld en nog dagelijks werden beproefd.
Zo schreef de Volkskrant: “Het programma ziet er schitterend uit; nooit eerder werd in Nederland zo’n actueel jazzfestival georganiseerd.”
Maar niet alleen de fans die de moeite hadden genomen om een kaartje te kopen en naar Groningen waren afgereisd konden kennis maken met deze “loft jazz”-muzikanten, ook op menig podium in de Randstad vonden optredens plaats van groepen die door de Marathon in nauwe samenwerking met het jazzfestival van Moers naar Europa waren gehaald. In ieder geval werd in 1977 door deze beide festivals het exclusiviteitsbeding nog niet van stal gehaald.
Ook de toegangsprijzen zijn het vermelden waard: een dagkaart kostte 10.– gulden (CJP 7.50) en een passepartout 25.– gulden (CJP 15.–).
Het Dagblad De Waarheid (spreekbuis van de Communistische Partij Nederland) was in zijn nopjes met de komst van al die Amerikaanse oproerkraaiers naar Nederland: de kop van het artikel meldde: “Lawine van “loft-jazz” uit New York” en in de eerste alinea: “De jazzmarathon die het afgelopen weekeinde in Groningen is afgewerkt heeft ons land (…) een invasie van jonge Amerikaanse jazzmusici bezorgd. Het uitstralingseffect van het noordelijke avant garde festival mag overweldigend genoemd worden, nu zovele plaatsen in ons land dezer dagen door van zolder gekropen New Yorks talent aangedaan worden.”
Niet alleen telde Nederland in de jaren zeventig nog veel dagblad-titels, maar vrijwel iedere stad van enige omvang beschikte toen ook nog over een jazz-podium.
Ik heb hierboven de complete bezettingen van de deelnemende ensembles vermeld, en bij het nauwkeurig langs lopen van al die namen kwam ik tot de conclusie dat bijna al die musici die hebben bijgedragen aan het welslagen van die Marathon in 1977 de afgelopen vijfenveertig à vijftig jaar een rol van betekenis zijn blijven spelen. Slechts een enkeling is in de vergetelheid geraakt.
“Marathon Naar Een Climax Met Het New York Saxophone Quartet” (Rudy Koopmans in de Volkskrant)
Ik citeer verder uit de recensie van de missionaris van de nieuwste jazz, Rudy Koopmans: “De vier saxofonisten waren vorig jaar om dezelfde tijd in Europa nog geheel onbekend, en in New York was het niet veel anders. Ze hebben op slag de hele jazz-hiërarchie ondersteboven gegooid als representanten van de nieuwe Newyorkse jazz, die zeer recent met de term loft-jazz wordt aangeduid. Hun namen zijn: Hamiett Bluiett, Julius Hemphill, Oliver Lake, David Murray.”
Ook Simon Korteweg (1938—2020) , in zijn functie van jazz-criticus van Het Parool, was helemaal vanuit Amsterdam naar Groningen getogen: “Uiterst boeiend was verder het optreden van het New York Saxophone Quartet (…). Hun onbegeleid samenspelen was vaak een meesterlijke vorm van evenwichtskunst, zowel voor wat betreft de klankkleuren en de ritmiek als het gezamenlijk improviseren. Alle vier lijken zij als solist sterk genoeg om een groep te leiden. Niettemin blijft het kwartet hopelijk nog langdurig bijeen, want het lijkt nog tot unieke hoogte te kunnen groeien. In ieder geval vier namen om te onthouden, wellicht in het bijzonder die van Murray, want hij is pas 22.”
Hugo Nugteren in NRC Handelsblad pakt vooral uit over het Willem Breuker Kollektief, het Art Ensemble of Chicago en de Cecil Taylor Unit, maar de enorme potentie van de vier saxofonisten die samen het NYSQ vormen ontgaat hem: “Het New York Saxophone Quartet met de sterren David Murray, Oliver Lake, Julius Hemphill en Hamiett Bluiett is alleen in de unisono-ensemblepartijen wel aardig.”
In een radioprogramma van een uur kun je natuurlijk geen recht doen aan de enorme rijkdom aan muziek die op die derde Marathon heeft geklonken. We concentreren ons daarom op het programma zoals dat op die zondagavond 29 mei 1977 in de kleine zaal van Cultuurcentrum de Oosterpoort heeft geklonken. Nadat het middagprogramma van die dag was geopend door een trefzeker opererende Cecil Taylor Unit trad het trio van de Japanse pianist Yosuke Yamashita in de voetsporen van de powerpianist Cecil Taylor waarna de zaal toe was aan zo mogelijk enige vreedzamere porties “loft-jazz” (in de zomer van 1977 een veelgebruikt wachtwoord): eerst de pianist Dollar Brand, vervolgens het Oliver Lake kwartet en aan het slot het New York Saxophone Quartet.
De speellijst:
Dollar Brand (piano), met drie eigen composities:
- The perfumed garden wet with rain (1979)
- Ancient Cape (1991)
- Saud (1979) bijgestaan door Johnny Dyani (contrabas)
Na Dollar Brand horen we drie composities van Oliver Lake door diens kwartet met dezelfde bezetting die op de Marathon heeft geklonken:
- Hasan (1976)
- Usta B (1976)
- Machine Wing (1976)
Al snel na de Marathon van 1977 was het New York Saxophone Quartet genoodzaakt een andere naam aan te nemen, omdat er al een saxofoonkwartet bestond dat onder die naam opereerde. In hun jeugdige overmoed kozen de roekeloze hemelbestormers toen voor de naam World Saxophone Quartet. Onder die naam heeft het bijna veertig jaar lang, tot 2016, over de hele wereld triomfen gevierd.
Op de Marathon in Groningen, toen de vier saxofonisten nog maar kort bij elkaar waren, moet hun muziek nog rauw en structuurloos hebben geklonken. “Quite a screamfest” werd die beginperiode van het kwartet door de criticus Scott Yanow genoemd. Vooral Julius Hemphill heeft er toen voor gezorgd dat er korte metten werden gemaakt met de kakofonische toestanden waarin de optredens plachten te ontsporen.
Ik heb vier stukken gekozen van de Black Saint-cd Revue, die in 1980 in de prestigieuze IRCAM-studio in Parijs is opgenomen:
- Hymn for the old year (Oliver Lake)
- Revue (Julius Hemphill)
- Affairs of the heart (Julius Hemphill)
- David’s Tune (David Murray)
De Marathon van 1978 komt in The Jazz Connection aan de orde op zaterdag 29 juli 2023.