Mozarts rijpe opera’s zijn geweldig. Maar ook zijn vroege opera’s zijn onze aandacht waard!
Om een opera te schrijven die echt tot de absolute top van het genre hoort, heb je twee dingen nodig: compositorisch genie en theatraal genie. Je moet niet alleen onvergetelijke, originele muziek kunnen schrijven, je moet ook de handeling en de emoties voelbaar kunnen maken met je noten.
Bij Mozart ontwikkelde het theatergenie zich later dan zijn muziekgenie. Rond zijn achttiende kon hij al prachtige muziek schrijven, die met kop en schouders uitstak boven wat zijn tijdgenoten produceerden. Nu nog luisteren we met veel plezier naar zijn vioolconcerten, of zijn 25e symfonie, die Mozart rond die tijd schreef.
Zijn theatrale genie – dat is wat anders. Mozart zag een opera in die tijd vooral nog als een serie muziekstukken achter elkaar. Elke aria moest van zo mooi mogelijke muziek worden voorzien, op zo’n manier dat ook de zangers er tevreden over waren – als hij dat had bereikt, dan had hij aan zijn opdracht voldaan. Pas rond zijn vijfentwintigste zijn hij hogere eisen stellen: een opera moest vanaf dat moment een spanningsboog ophouden, en de aria’s moesten in samenhang worden gecomponeerd. Het leverde meesterwerken op als Le nozze di Figaro, Don Giovanni, Così fan tutte en Die Zauberflöte.
De opera’s die Mozart als tiener schreef, hebben nog niet die allesomvattende samenhang. Maar ze zitten wel vol met prachtige muziek. Het is dan ook doodzonde dat we werken als Lucio Silla en Thamos, König in Ägypten bijna nooit horen. In deze Sanssouci hoort u delen uit beide opera’s. Lucio Silla is een rasechte opera seria – een politiek drama dat speelt in de klassieke oudheid, en waarin de held een castraat is, hier gezongen door een piepjonge Cecilia Bartoli. Thamos, König in Ägypten is een toneelstuk-met-muziek rond een Egyptische hogepriester, met een onderliggende vrijmetselaarsthematiek. Inderdaad, hetzelfde partoon als Die Zauberflöte, maar dan jaren eerder. Mozart schreef de eerste muziek op zijn achttiende, maar voegde er de jaren daarop steeds nieuwe delen aan toe. Dit doet vermoeden dat zijn interesse voor de vrijmetselarij al jaren voordat hij in 1784 toetrad.