Vandaag horen we muziek van twee rivalen: Georg Friedrich Händel en Giovanni Bononcini.
Bononcini was naar Engeland gehaald door de Academy of Ancient Music, vooral met het doel opera’s te componeren en zo Händels succes te frustreren. De Engelse operaliefhebbers raakten in twee kampen verdeeld. Daar zaten ook politieke kanten aan.
In dit programma horen we uiteraard sacrale muziek. Eerst horen we één van de Chandos Anthems van Händel. Van 1717 tot 1720 was hij gelieerd aan James Bridges, Earl of Carnarvon, die zich later Duke of Chandos mocht noemen. Op zijn landgoed Cannons had hij een klein ensemble samengesteld en daarvoor componeerde Händel een aantal anthems. Die waren dus in eerste instantie voor een kleine bezetting bedoeld. Later werkte Händel ze om voor solostemmen, koor en orkest. In deze uitzending horen we Let God arise in de oorspronkelijke bezetting.
Georg Friedrich Händel (1685-1759)
1. Let God arise (HWV 256a)
Ensemble William Byrd, L’Académie Sainte Cécile olv. Graham O’Reilly
(cd: “Music for Cannons – 3 Chandos anthems” – l’empreinte digitale ED 13072, 1997)
Bononcini componeerde niet alleen opera’s, maar ook sacrale muziek, onder andere voor de Academy of Ancient Music. Wellicht heeft hij daarvoor ook zijn Te Deum gecomponeerd, dat hij later, in Wenen, overigens bewerkte. Terwijl in Händels Te Deums – bijvoorbeeld het Utrecht Te Deum – het koor een belangrijke rol speelt, geven in Bononcini’s zetting de solisten de toon aan.
Giovanni Bononcini (1670-1747)
2. Te Deum
Rowan Pierce, sopraan. Esther Lay, mezzosopraan. Helen Charlston, alt. Guy Cutting, tenor. Giles Underwood, bas. Choir of Queen’s College Oxford, Academy of Ancient Music olv. Owen Rees
(cd: “How are the mighty fallen” – Signum Classics SIGCD905, 2024)
aanvulling:
Georg Friedrich Händel, arr John Marsh (1752-1828)
3. Zadok the Priest (HWV 258)
Johannes Geffert, orgel
(cd: “Händel in London” – Querstand VKJK 0115, 2002)
Afbeelding: Cannons House (Wikipedia)
