In deze uitzending horen we één groot barokwerk: het oratorium ‘Joseph’ van Johann Mattheson.
Mattheson (1681-1764) is een bekende naam in de muziekgeschiedenis, maar dan vooral in zijn hoedanigheid als auteur van muziektheoretische werken.
Als componist is Mattheson veel minder bekend en dat heeft voor een deel te maken met het feit dat een groot deel van zijn oeuvre verloren is gegaan.
Dat betreft vooral zijn opera’s: hij was één van de belangrijkste operacomponisten van zijn tijd in Duitsland. Die werden in Hamburg in de Oper am Gänsemarkt opgevoerd.
Daarnaast was hij ook ‘Musikdirektor‘ van de Dom in Hamburg. Die had een grote mate van zelfstandigheid en was niet onderworpen aan de regels die in de andere kerken golden.
In zijn kerkmuziek liet hij vrouwen zingen, wat in de andere kerken verboden was. In zijn oratoria werden de solopartijen door zangers van de opera gezongen. Dat is ook het geval met het oratorium Joseph.
Dat werk is gebaseerd op de episode uit Genesis, het eerste boek van de bijbel. Händel behandelde dat zelfde onderwerp in zijn oratorium ‘Joseph and his brethren‘. Maar in Matthesons oratorium komt de geschiedenis zelf nauwelijks aan de orde. Die is vooral de kapstok waaraan de boodschap wordt opgehangen.
Als Jozef in zijn functie als onderkoning van Egypte zijn broers weer ontmoet, verzoenen ze zich. Daaruit wordt de boodschap van het oratorium afgeleid: Men moet zijn naasten liefhebben. De volledige titel van het oratorium wijst in die richting: ‘Der gegen seine Brüder barmherzige Joseph‘.
Johann Mattheson (1681-1764)
1. Oratorium ‘Der gegen seine Brüder barmherzige Joseph’
Klemens Mölkner, tenor (Jozef). Ensemble Paulinum (ook solopartijen), Pulchra Musica Baroque Orchestra olv. Christian Bonath
(cd: “Joseph – Oratorio 1727” – Capriccio C5448, 2022)
aanvulling:
Johann Mattheson
2. Fuga VIII in C (uit: Die wohlklingende Fingersprache)
Gerd Zacher, orgel
(cd: “Les droits parlans” – Aeolus AE-10161, 2001)
Op afbeelding: Johann Mattheson