Documento

Rond het jaar 1600 veranderde met name in Italië de muziek van streng polyfoon naar een muziekvorm waarin de verstaanbaarheid van de tekst belangrijk gevonden wordt: het ontstaan van de monodie, rijk versierde melodielijnen en complexe meerstemmigheid.
Deze periode wordt later de Barok genoemd.
In deze tijd ontstond in Duitsland het Duitse Koorlied en in Engeland was het luitlied in zwang.

Johannes Jeep (1582-1644)
1. Ach Schatz, ich muss mich scheiden

Melchior Franck (ca. 1580–1639)
2. So wünsch ich ihr ein gute Nacht

Georg Forster (1514-1638)
3. Vergangen ist mir Glück und Heil

Freiburger Vokalensemble olv. Wolfgang Schäfer
(CD Das Deutsche Chorlied um 1600. Christophorus CD 74602)

Johann Rosenmüller (ca. 1619-1684)
4. Sonata seconda a due
5. Cantate “Eja torpentes animae surgite”, voor sopraan, twee violen en basso continuo

Laia Frigolé, sopraan. Juan de la Rubin, orgel. Ensemble Méridien
(CD A German Soul. Brilliant Classics 94717)

Matthew Locke (ca. 1621-1677)
6. Uit Tripla Concordia: Suite in e-klein
– Introduction
– Saraband
– Aire
– Country Dance
– Gavot
– Saraband
– Fancy
– Jigge

Wayward Sisters
(CD Mathew Locke. Naxos 8.573020)

John Dowland (1563-1626)
7. Go crystall teares
8. If my complaints
9. Flow my teares
10. What if a day (instr.)

Dominique Visse, countertenor. Eric Bellocq, luit. Fretwork
(CD Tunes of Sad Despaire: John Dowland. Satirino SR 121)

Op afbeelding: Matthew Locke door William Dobson (1611-46) (Faculty of Music Collection, Oxford University)