De Wandeling staat vandaag voor de derde keer in het teken van Adolph Henselt. Pianist en componist die leefde van 1814 tot 1889. In Wenen werd Henselt met een schok gewekt uit zijn droom, waarin hij dacht dat hij zijn partijtje wel kon meeblazen in het land der klavierleeuwen. En wie hem wekte was de grote concurrent van Liszt, Sigismund Thalberg. Thalberg? Wie was dat nu weer? Aanleiding tot een verrassend zijpaadje om Thalberg even zijn visitekaartje te laten afgeven. Toen Henselt hem hoorde spelen besefte hij dat hij er als pianist maar een beetje achteraan hobbelde. Twee jaar lang sloot hij zich op en studeerde als een waanzinnige, minimaal twaalf uur per dag. Om tenslotte tevoorschijn te komen met een ongeëvenaarde techniek, soepelheid en bereik. En een extreem variabele aanslag waar Liszt jaloers op was. Ook voor hem vielen de vrouwen bij bosjes. Hij ging op tournee. Maar helaas begonnen zijn zenuwen hem parten te spelen.
Adolph Henselt: delen 2, 3 en 4 uit ‘Pianotrio in a kl. op. 24
Benjamin Schmid, viool
Clemens Hagen, cello
Claudius Tanski, piano
Sigismund Thalberg: bewerking van ‘Mi manca la voce’ uit Rossini’s opera Moses, nr. 3 uit ’10 Pianostukken op. 36’
Paul Wee, piano
Mendelssohn-Thalberg: ‘Auf Flügeln des Gesanges’
Paul Wee, piano
Sigismund Thalberg: nrs. 6 en 10 uit Etudes op. 26
Stefan Irmer, piano
Adolph Henselt: Deux nocturnes op. 6 en Valse mélancolique op. 36
Daniel Grimwood, piano
Adolph Henselt: Poème d’amour op. 3
Piers Lane, piano
Adolph Henselt: Etude in gis kl op. 5/12 ‘Nächtlicher Geisterzug’
Piers Lane, piano