De tijd dat muziek en literatuur hand in hand gingen, ligt achter ons. Tegenwoordig wordt muziek geacht voor zichzelf te spreken. Toch wordt er nog genoeg literair geïnspireerde muziek gemaakt.
Een componist kan natuurlijk, zoals de grote romantische liedcomponisten, een tekst van een gevierd dichter toonzetten. Of hij kan een opera schrijven op basis van een boek. Jan Boerman doet het eerste. Hij nam een gedicht van Lucebert en zette dat zo uitvoerig dat het resultaat, genaamd De Aarde, tot een heuse cantate uitgroeide. Klaas de Vries zocht zijn inspiratie bij de Chinese auteur Han Shaogong. Twee novelles van deze schrijver, allebei spelend in de tijd van de Culturele Revolutie, vormden de basis voor een opera vol terreur, vertwijfeling en absurde situaties.
Een ander paar mouwen is het derde concert. Daar blijven poëzie en muziek goeddeels gescheiden. We horen werken van diverse, vooral Franse componisten, afgewisseld met gedichten van Pierre Kemp. Deze Maastrichtse dichter, die het liefst componist had willen worden, bezat een grote collectie 78-toerenplaten en liet zich voor zijn schrijfselen intens door klassieke muziek inspireren.
1. Klaas de Vries – Pa pa pa vrouw vrouw vrouw
2. Jan Boerman – De Aarde
3. Maurice Ravel – Oiseaux tristes
4. Claude Debussy – Syrinx
5. Erik Satie – Gymnopedie nr. 3
6. Frédéric Chopin – Mazurka opus 17 nr. 4
7. Benjamin Britten – Phaeton (uit Metamorphoses)
8. Hendrik Andriessen – Drie romantische liederen
