Een os op het dak 4: Claude Debussy ‘La chute de la maison Usher’.
Vandaag de vierde aflevering van Een os op het dak van Thea Derks. In dit programma volgt zij losjes het betoog van haar boek Een os op het dak: moderne muziek na 1900 in vogelvlucht, een introductie van eigentijdse muziek in gewonemensentaal.
In de vorige aflevering van Een os op het dak klonk muziek van o.a. Alban Berg en Anton Webern, die samen met Arnold Schönberg de zogenoemde ‘Tweede Weense School’ vormden. Zij gingen de geschiedenis in als de vertegenwoordigers van de atonale muziek, waarin zij de hiërarchie van de tonaliteit doorbraken door alle twaalf halve tonen van het octaaf ‘gelijke rechten’ te geven. De Amerikaanse Ruth Crawford toonde zich een geestverwant.
In Frankrijk zochten componisten als Maurice Ravel en vooral Claude Debussy naar andere manieren om de zwaartekracht van de tonica te omzeilen. Vooral Debussy vond daarbij inspiratie in niet-westerse toonschalen als pentatoniek (waarin het octaaf wordt onderverdeeld in vijf tonen, grofweg de zwarte toetsen van de piano) en heletoonstoonladders (het octaaf wordt verdeeld over gelijke toonsafstanden). Vanwege hun ‘vage muziek’ werden zij wel ‘impressionisten’ genoemd.
Vandaag een opname van de opera La chute de la maison Usher van Claude Debussy, op een eigen libretto naar het gelijknamige verhaal van Edgar Allan Poe. Hij werkte er jaren aan, maar maakte zijn werk niet af, omdat de muziek naar zijn smaak te veel bleef hangen in traditionele harmonieën. In 2004 voltooide Robert Orledge alsnog de partituur aan de hand van Debussy’s eigen schetsen.
Claude Debussy.
La chute de la maison Usher.
Cécile De Boever, sopraan. Yves Saelens, tenor.
Geert Smits & Henk Neven, bariton.
Radio Kamer Filharmonie olv. Kees Bakels.
Tip: als u de Os aanschaft via de website boekenbestellen.nl ontvangt u een exemplaar met persoonlijke opdracht.
Samenstelling, presentatie en techniek: Thea Derks