Een jonge zangeres met een oeroude traditie.
Joden die naar Israël migreren, komen daar terecht in een moderne, conformistische samenleving met een harde economische realiteit. Veel plaats voor een eigen taal of identiteit is er niet: gewoon Ivriet praten en meedoen in de ratrace.
Toch blijven ook in Israël oeroude tradities leven die de joden in hun landen van herkomst hebben ontwikkeld. Orthodoxe Asjkenazische joden doen nog geregeld hun beroemde flessendans. Bij joden van Arabische afkomst hoor je nog veel Arabisch gekleurde muziek. Maar de mooiste traditie hebben toch wel de Sefardische joden.
Yasmin Levy (*1975) is van Sefardisch-joodse afkomst. Zodoende draagt ze een heel spoor aan erfenissen in zich. Uiteraard die van het jodendom zelf. Verder is er de herinnering aan Spanje, waar ze eind vijftiende eeuw uit verdreven werden. Nog altijd spreken de Sefarden het Ladino, een archaïsch Spaans dialect. Als derde is er de erfenis van de landen waar ze neerstreken. Levy heeft haar wortels in Turkije. Al die dingen keren terug in tekst en muziek van deze zangeres.