Het einde van een haat-liefdeverhouding.
Dertig jaar lang was de Oudeschans het brandpunt geweest van alle jazz in Amsterdam en ver daarbuiten. In het BIMhuis, dat in 1974 was opengegaan, klonk meer jazz dan op welk podium dan ook. Het werd geopend voor de freejazz, maar binnen een paar jaar ontwikkelde zich daar de impro waar Nederland, en dan vooral Amsterdam, het patent op heeft. Misha Mengelberg, Willem Breuker – hier was het allemaal gebeurd.
Maar aan alles komt een einde. Met het pand was van meet af aan al van alles mis. De akoestiek was niet geweldig en de freejazz zorgde voor geluidsoverlast. Om die reden wilde ook de gemeente de jazzmuzikanten weghebben van de Oudeschans. Als vervangende locatie werd de Piet Heinkade aangewezen. De gemeente bouwde daar een gloednieuw Muziekgebouw. Vlakbij het station, aan het water en zonder klagende buren. Wat wil je nog meer?
Niettemin werd er bij het verlaten van de Oudeschans menig traan gelaten. Er werd dan ook een concertreeks georganiseerd om uitgebreid afscheid te nemen van het oude gebouw. Die eer viel onder meer te beurt aan Jasper Blom, Arnold Dooyeweerd en Flin van Hemmen. Zij maken muziek die in het BIMhuis thuishoort. Drie van de vijf nummers zijn collectieve improvisaties, waarin slechts een paar dingen vooraf worden vastgelegd. Uiteraard delft de saxofoon hierbij het bovenspit.
Helemaal tot een bijrol verdeeld zijn bas en drums echter ook weer niet. Dat blijkt wel als aan het eind van de gig Arnold Dooyeweerd een eigen nummer krijgt. “Vaarwel Oude Gans”, zegt hij. Een beetje ironie toch om het sentiment toe te dekken? Blom zelf houdt het bij “Lost and Found”: met de verhuizing verliezen we veel, maar winnen we ook iets.