Sophia’s Passie II & Fameus Duo Kweksilber & Janssen
3 april 2009, Bethaniënklooster, Amsterdam
Genre: improvisatie
Componisten/uitvoerenden: Albert van Veenendaal | Guus Janssen | Paul Termos
Opnametechniek: Wijnand de Groot
Het vervolg van een grote belofte. Het eerste deel van Sophia’s Passie namen we op in februari 2009, nu is deel twee aan de beurt.
In het Amsterdamse Bethaniënklooster hielden we jarenlang opnamesessies, vooral met hedendaagse muziek. Heel wat bekende en minder bekende componisten passeerden de revue, gespeeld door heel wat bekende en minder bekende musici. Omdat een opnamesessie, anders dan een concert, geen rode draad hoeft te bevatten, kom je soms onverwachte combinaties tegen. Zo wordt hier het tweede deel van een cantateachtige opera gecombineerd met een mopje impro.
Bij een eerdere sessie op 5 februari klonk het eerste deel van Sophia’s Passie, gecombineerd met een gig van Eric Vloeimans en Jeroen van Vliet. Vandaag gaan we verder. Naast het zware werk van Albert van Veenendaal en consorten horen we Guus Janssen en David Kweksilber. Deze veteranen uit de improvisatiescene maken al jaren muziek in het spoor van Willem Breuker en Misha Mengelberg: klassiek van klank, jazzy van geest. De muziek waar Nederland groot mee werd en nog steeds in het buitenland bekend om staat. De composities zijn van Janssen zelf, en van de veel te vroeg overleden Paul Termos.
Over Sophia’s Passie kunnen de het beste de makers zelf aan het woord laten: “Sophia’s Passie bezingt het oeroude menselijke verlangen om verlicht te worden, om wijs te worden uit de wirwar van het bestaan. De hoofdrol wordt vertolkt door Sophia. We volgen haar als ‘Vrouwe Wijsheid’ van voor alle tijden, maar ook als klein meisje; van jonge vrouw tot oude dame. Ze wordt mens en kan dus op haar zoektocht niet anders dan zwerven door de grandeur en de misère van de tijd. Ze zet zichzelf op het spel, ze snakt naar liefde, verliest haar onschuld, schreeuwt om recht. Enerzijds een klein mens, geraakt door de grote geschiedenis; anderzijds een groot mens, die weigert om in leugens te geloven. En altijd is er de tegenstem van de Oude – het geweten, het bewustzijn, de kritiek, de nuchterheid. De Oude vraagt Sophia haar zoektocht niet op te geven – confronterend, sarrend, troostend, desnoods smekend – want er staat veel op het spel: het menselijk geluk.”