Is de romantische Schubert wel geschikt voor de jazz? Dick de Graaf overtuigt ons.
Inspiratie uit de klassieke muziek is niets nieuws in de jazz. Duke Ellington noemde zijn stukken al ‘Symphony’ en ‘Concerto’. Na de oorlog gingen jazzmusici zelfs concrete noten van klassieke componisten gebruiken. Maar meestal was dat Bach of zo. Abstracte, geconstrueerde notenlijnen die in elke stijl en bewerking overeind blijven.
De romantische muziek leek minder geschikt voor de jazz. Deze muziek is afhankelijk van haar sentiment, van temposchommelingen en dynamische verschillen, van de dromerige klank van het symfonieorkest. Een jazzbewerking zou de sfeer bederven, toch?
Dick de Graaf pakt het goed aan, om niet te zeggen uitstekend. Hij weet waar de kracht van Schubert zit: in zijn melodieën. Die worden uit hun context getild en verwerkt tot een soort songs. Bedrieglijk origineel klinkende songs ook, met titels die niets met Schubert te maken hebben. In het eerste nummer hoor je, als je aandachtig luistert, de Onvoltooide symfonie. Het eerste thema is het origineel waarover vervolgens geïmproviseerd wordt. Als je niet aandachtig luistert, heb je niets in de gaten. Dan geniet je van een prima potje jazz. Maar als je wel aandachtig luistert, haal je nog meer voldoening uit de eervolle manier waarop De Graaf en zijn mannen dit doen.