De muziek heeft iets sprookjesachtigs. Toch is alles hieraan echt.
Zeg eens eerlijk, wat voor beelden krijgt u bij deze muziek, en bij de landen waar ze vandaan komt? Eeuwenoude steden met prachtige paleizen en moskeeën? De Zijderoute, onschatbare rijkdommen uit verre landen die met kamelen door de woestijn worden aangevoerd, terwijl de handelaren door fakirs en kermisklanten worden vermaakt? Dan zit u er weinig naast.
Hoe romantisch en clichématig dit bovenstaande beeld ook mag zijn, dit is de ambiance waarin ze ontstond. Nadat de Turken de baas werden over de islamitische wereld, verspreidde de Arabisch-islamitische cultuur zich over Centraal-Azië en de Kaukasus – dus ook over Oezbekistan en Azerbeidzjan. De Zijderoute bracht niet alleen wierook, maar ook muziek naar steden als Bakoe, Bochara, Chiva en Samarkand.
Zo komt het dat veel muziek uit de islamitische wereld zo opvallend gelijksoortig klinkt: typisch Arabische toonladders, ritmes en instrumenten. Maar natuurlijk is de muziek in zo’n groot gebied, met zoveel verschillende volkeren en zoveel verschillende heersers, niet overal hetzelfde. De luisteraar wordt dan ook uitgenodigd om op de verschillen te letten. Of gewoon op te gaan in deze uitbarsting van oostersheid.