Componisten/uitvoerenden: Arnold Schoenberg | Claude Debussy | Henri Zagwijn | John Cage
Een hele eeuw van 1885 tot 1985 behandelt “de Verkenning”. Die eeuw omvat ook een inktzwarte periode: de Tweede Wereldoorlog.
Nooit vielen er meer doden in een oorlog, nooit werden er op zulke schaal nieuwe wapens ontwikkeld. Maar ook: nooit was een oorlog zo ideologisch van aard. De vrije wereld tegen het onderdrukkende fascisme, om minder gaat het niet.
In Amerika, dat zo trots de rol van vrijheidsbrenger opneemt, vinden veel componisten een veilig heenkomen. Schönberg en Stravinski wonen zelfs op enkele honderden meters van elkaar in Los Angeles. Daar voeren ze echter hun eigen koude oorlog: nooit in al die jaren hebben ze elkaar ontmoet, zo weinig respect hadden ze voor de ander en zijn vreselijke muziek.
Intussen ontwikkelt de Amerikaanse muziek zich lustig door, ondanks de druk die de oorlog op het concertleven legt. John Cage experimenteert volop met zijn prepared piano, waarmee hij een compleet slagwerkensemble uit een piano kan toveren.
Witold Lutosławski en Henri Zagwijn zaten in een ander schuitje. In het geannexeerde Polen en het bezette Nederland moesten ze maar afwachten of de nazi’s hun muziek accepteerden. In beide gevallen viel het mee. Lutosławski overleefde de oorlog en was in deze tijd nog niet zo belachelijk modern dat de nazi’s er aanstoot aan namen. Ook Zagwijn was uiterst gematigd. In de ogen van de bezetter was hij vast niet ‘einwandfrei’, maar aan zijn lieflijke, op Debussy geïnspireerde muziek kon niemand aanstoot nemen.