Spaans wordt aan beide kanten van de Atlantische Oceaan gesproken. De gitaar wordt ook aan beide kanten bespeeld. In dit concert horen we twee gitaristen, opnieuw één voor elke kant van de Grote Plas.
Paco Peña is een echte Andulusiër en groeide zodoende op met de flamenco. Intussen is hij alweer jaren in Nederland actief als docent Spaanse gitaar. Hier strikt hij de Argentijn Eduardo Falú, toen al een grootheid, voor een concert in Nederland. Falú werd in 1923 in Buenos Aires geboren en groeide als vanzelf op met de tango.
De tango, en zeker de gitaarpartij in de tango, heeft het nodige aan de flamenco te danken. Dat begint al met het feit dat de meeste Spaanse kolonisten uit Andalusië kwamen. Maar van de flamenco naar de tango is het nog een grote stap. Een stap met ook veel zijsprongen, want in zowel Spanje als Zuid-Amerika zijn er non genoeg andere tradities waarin de gitaar gebruikt wordt. Diverse van die tradities komen hier aan bod, inclusief de samba. Want hoewel Brazilië geen Spaanstalig land is, houdt culturele invloed niet zomaar bij de grens. De twee heren kunnen het allemaal moeiteloos aan. Zij schrikken niet van elkaars tradities.