In The Art of the Improvisors het eerste in een reeks uitzendingen over de klarinettist en componist Bill Smith.
speellijst:
- What is This Thing Called Love? (Porter) 2:40
- IPCA (Smith) 2:45
- Schizophrenic Scherzo (Smith) 2:15
- Concerto for Clarinet & Combo (Smith) 20:07
- A-Roving 4:12
- Greensleeves 4:56
- John Henry 4:18
- Go Down, Moses 6:41
- Blow the Man Down 3:35
- Black is the Color of My True Loves Hair 4:10
Bill Smith a.k.a William O. Smith, geboren in Sacramento, CA, trad hij op vijftienjarige leeftijd toe tot de Oakland Symphony. Na de middelbare school ging hij touren met een dansband, maar na twee weken besloot hij dat hij het leven ’on the road’ niet leuk vond, dus ging hij naar New York City, waar hij kort studeerde aan de Julliard School of Music voordat hij terugkeerde naar Californië naar Mills College in Oakland, waar hij Dave Brubeck ontmoette. Smith speelde in het Octet van Brubeck in 1947. In 1957, op dertig jarig leeftijd heeft Smith zijn drie-delig ‘Concerto for Clarinet en Combo’ met Shelly Manne and His Men opgenomen.In 1959 heeft het Bill Smith Quartet de plaat ‘Folk Jazz’, met als subtitel‘Folk songs in Modern Jazz Dress’ opgenomen.Het kwartet bestond uit Jim Hall op guitar, en, weer, Monty Budwig op bas en Shelly Manne op slagwerk.
Het Brubeck Quartet maakte begin jaren ’60 drie albums met Smith’s muziek en Smith voegde zich in de jaren ’80 weer bij het kwartet. Hij woonde een paar jaar in Rome voordat hij zich in de jaren ’60 in Seattle, Washington vestigde. Hij creëerde en voerde hedendaagse klassieke muziek uit als William O. Smith, waarbij hij de mogelijkheden van de klarinet op vele manieren verkende. Tussen 1946 en 1950 was het Dave Brubeck Octet, een groep jonge componisten met modernistische ideeën, actief in de San Francisco Bay Area. Nat Hentoff noemt het ‘exploratory scored modern jazz’. De muziek was uitgegeven op het West-Coast Fantasy label in 1956. Brubeck was niet tevreden met het geluidskwalitiet, maar was blij dat iemand een opname-apparaat bij zich had.
