Genre: Piano
Componisten/uitvoerenden: Erik Satie | Frederic Rzewski
Opnametechniek: Richard de Gruyl
Twee pianisten, twee componisten. Komen ze in dit duo bij elkaar?
Erik Satie en Frederic Rzewski – je zou ze niet meteen in één adem noemen. De Fransman was een wereldvreemde satiricus, die elke emotie en overdaad verafschuwde. Hij was gefascineerd door het eenvoudige, het alledaagse, het banale. Door amusementsmuziek bijvoorbeeld. Parade – een ‘realistisch ballet’ – laat allerlei soorten populaire muziek horen, van circusmarsen tot ragtimes en liedjes. Maar dan wel door een ironische bril, want Satie blijft klassiek componist. Het is de spanning tussen omarming van de banaliteit en de ironische distantie ervan die Parade zo fascinerend maakt.
Satie werd soms verweten dat zijn stukken vorm ontbeerden. Hij deed maar wat, op een amateuristische manier. Hij reageerde op die kritiek zoals Satie dat deed: hij schreef drie stukken ‘in de vorm van een peer’. Met een uitgebreide inleiding, die ‘soort van begin’ heet. De muziek lijkt al wat meer op de beroemde meditatieve werken die we van Satie kennen. Toch is het essentieel om de – alweer – ironische bedoelingen goed te begrijpen.
Frederic Rzewski was veel wat Satie niet was. Hij was politiek geëngageerd en bloedserieus, en groot fan van veel romantische en moderne pianomuziek – alles wat Satie veel te pretentieus zou vinden. Eén ding delen ze wel: hun liefde voor allerlei soorten populaire muziek. Bij Rzewski komt dat voort uit een populistische overtuiging: het ‘volk’ moest zijn stukken begrijpen. Dat wil niet zeggen dat zijn muziek daarmee banaal wordt. Rzewski’s jarenlange ervaring als pianist, niet op de laatste plaats van moderne stukken, gaf hem een stevige basis in het componeren, waarmee hij elke vorm van amusement ver voorbij is.