Oeganda is een opkomende economie in Oost-Afrika. Op zo’n moment is het belangrijk dat je je tradities in ere houdt.
Zoals wel meer Afrikaanse landen is Oeganda in de koloniale tijd bijeengelapt uit verschillende inheemse rijken. Maar het land is vernoemd naar het rijk Buganda en zijn inwoners de Baganda, traditioneel de dominante groep in het land. Aan het koninklijk hof van Buganda bloeide de muziek. Bugandese muziek herkennen we als Oost-Afrikaans door zijn call-and-responseopbouw. Ook horen we Midden-Afrikaanse elementen: de muziek is uit meerdere lagen opgebouwd en haast net zo ingewikkeld als de befaamde Pygmeeënmuziek. Met West-Afrikaanse muziek heeft het minder te maken: verwacht geen swingende beats waar je vrolijk op kunt dansen.
In onze eeuw raakt Afrika in hoog tempo verstedelijkt en verwesterst. Overal verschijnen nieuwe muziekgenres, waarin Afrikanen een geheel eigen draai geven aan de westerse muziek. Oeganda is zeker geen uitzondering. De traditionele muziek kan daardoor nog weleens ondergesneeuwd raken. Maar dat is buiten Albert Ssempeke gerekend. Hij was nog hofmuzikant bij koning Mutesa II (ook wel bekend als “King Freddie”) en jaren later zit er nog geen sleet op zijn muziek. In 2009 maakte hij een tournee door Europa. Ook Nederland werd niet vergeten.