Valt er nog iets te vernieuwen in de jazz? Waar moeten we heen, nu alles al gedaan is? Christy Doran weet raad.
Zo tegen het einde van de jaren zeventig leek de jazz uitontwikkeld. Nadat freejazz alle vormen had losgelaten, en Miles Davis in zijn rijpe werk ook de rock omarmde, leek alles wel gedaan. Jazz is dood, hoorde je vaak zeggen.
Nee, natuurlijk was jazz niet dood. Er was een hele generatie jonge jazzmuzikanten, geboren na de oorlog, en zolang zij nog een instrument konden vasthouden zou de jazz niet sterven. Maar een probleem hadden ze wel. Wat voor muziek moet je nu maken? Sommigen gingen terug naar een oude stijl, of hielden vast aan het mainstreamgeluid. Anderen probeerden zelf hun eigen verhaal te vertellen.
Tot die laatste groep behoort Christy Doran. Deze gitarist, geboren in Ierland maar nu alweer jaren woonachtig in Zwitserland, gaat op zijn eigen manier door op het pad van Miles Davis. Hij doet wat een goed musicus in onze tijd doet: creatief omgaan met de bestaande genres. Zo schept mengelingen die niet klinken als mengelingen, maar als iets geheel nieuws, organisch en logisch. Hij wordt bijgestaan door een combo van opmerkelijke muzikanten. Opmerkelijk goed is vooral keelkunstenaar Bruno Amstad, die heel mooi kan zingen maar zijn stem ook als een didgeridoo kan doen klinken.