Componisten/uitvoerenden: Anton Webern | György Kurtág | Helmut Lachenmann | Luciano Berio | Thierry de Mey
Opnametechniek: Glenn Mogot
Zo kennen we November Music: een eerbiedwaardig ensemble speelt moeilijke, eerbiedwaardige muziek. Maar is het wel allemaal zo zwaar?
Oudgedienden uit de Nieuwe Muziek zeggen weleens dat ze hun wereldje niet meer terug kennen. Er is tegenwoordig wel erg veel welluidende, tonale muziek en nu moeten festivals ook zo nodig nog aan crossover gaan doen. Zulke puristen kunnen hun hart ophalen aan dit concert. Het Keulse ensemble musikFabrik, geschapen voor de harde avant-garde, met een handjevol grote namen uit heden en (recent) verleden.
Hoewel, purisme… dat is misschien niet het beste woord. Voor de Zes bagatellen opus 9 van Webern misschien nog wel. Deze sublieme muziek probeert, zonder verwijzingen naar en invloeden van buitenaf, met heel weinig heel veel te zeggen. Ook Kurtágs Hommage à Chopin past in dat straatje.
Maar dan! Daarna krijgen we muziek die constant naar andere muziek verwijst. En niet als hommage, zoals bij Kurtág, maar als klinkklare spot. Al in 1951 componeerde Luciano Berio Opus number zoo – een postmodern werk ver avant la lettre.
Bij Helmut Lachenmann hoor je eigenlijk alleen maar rare, onbekende, onmuzikale geluiden. Des te ongemakkelijker wordt het als hij toch toespeelt op herkenbare vormen – en dat is nou precies wat hij doet met Serynade voor piano. Door te verwijzen naar de serenade – over het algemeen de naam voor gemakkelijke, niet al te diepgravende instrumentale muziek – wordt de schok des te groter als je Lachenmanns muziek hoort.
Iets dergelijks doet Thierry de Mey. Tafelmuziek, of Musique de table, was muziek die bij het diner van vorsten of andere rijke opdrachtgevers werd gespeeld. Hier is het muziek voor drie slagwerkers. Of je dan je eten nog wel lust is zijn zorg niet. Dit is geen muziek voor je mond, het is voor je oren. En vooral: voor je hersens!