Chinese muziek is vaak bescheiden van materiaal, vorm en opzet. Maar wie er moeite voor doet, wordt beloond.
China is het land met de grootste wereldbevolking (mogelijk na India) en de oudste nog bestaande beschaving. Toch is de Chinese cultuur geen cultuur van superlatieven. Verre van. De meeste Chinese muziek beperkt zich tot vijf tonen, het geluidsniveau blijft altijd laag en virtuositeit wordt niet aangemoedigd. Muziek moet aangenaam klinken en mag niet te aanwezig zijn. De mogelijkheden tot spanningsopbouw zijn beperkt.
Als westerling moet je daarom wel even moeite doen om iets in deze muziek te horen. Maar als je die horde neemt, ontdek je dat de Chinese muziek net zo gelaagd is als de westerse. Hoe subtiel ook, Chinese muziek kent ook interne verschillen, stromingen, stijlverschillen door de jaren heen. Door de eeuwen en millennia heen zelfs, want deze muziek is er al even.
In dit concert horen we Ya Dong op de pipa (Chinese luit), en Xu Fengxia op de guzheng (Chinese citer). Ze spelen veel traditionele liederen maar ook composities waar een componist van bekend is. Meer dan eens geven ze er hun eigen draai aan.