Daniël Ruyneman (1886-1963) behoorde al vanaf de aanvang van zijn carrière tot de avant-gardisten van de Europese toonkunst. In deze uitzending een tijdsbeeld (1911-1918) van de kamermuziek rond de figuur Daniël Ruyneman.
1. Daniël Ruyneman – Sonatine (1917).
– In herfststemming
– Met een ragfijne omlijning
– Woudhuiveringen
Kees Wieringa, piano.
2. Charles Koechlin – Sonate (1917) voor cello en piano, opus 66.
– Molto moderato
– Adagio
– Final, allegro
Peter Bruns, cello en Roglit Ishay, piano.
3.Claude Debussy – La Cathédrale Engloutie (1914).
– Profondement calme (2e versie)
Håkon Austbø, piano.
4. Charles Koechlin – Eerste strijkkwartet opus 51 in D (1911-1913).
– Allegro moderato
– Scherzo (Allegro scherzando non troppo vivace)
– Andante quasi adagio
– Finale (Allegro con moto
Ardeo Kwartet: Olivia Hughes, Carole Petitdemange, viool. Caroline Donin, altviool. Joëlle Martinez, cello.
5. Daniël Ruyneman – Hieroglyphen (1918).
Ruynemanensemble: Manja Smits, harp. Esther Steenbergen en Olga Fransen, gitaar. Lenie Kerkhoven en Marco Ludemann, mandoline. Roel Stern, Raymond Honing en Thies Roorda, fluit. Richard Jansen, cup-bells. Annette Middelbeek, piano. Polo de Haas, celesta. Muzikale leiding: Kees Wieringa.